zaterdag 1 februari 2020 / NRC / Het Blad / Johanna ter Steege Foto Robin van Lonkhuijen / ANP, bewerking NRC

Achtergrond / Johanna ter Steege

Ik ben altijd wel ergens over aan het piekeren

Wat zie je als je in de spiegel kijkt?

„Elke dag wat anders. Ik zie hoe ik me voel, of mijn ogen moe zijn, of flets, of dat ik me juist vrolijk voel. Ik kijk niet zozeer naar de rimpels, denk ook niet in leeftijd. Soms voel ik me 17, soms 32, soms 50. Ik heb me nog nooit 58 gevoeld.”

 

Wat is je meest typerende eigenschap?

„Ik wil dingen begrijpen. Als ik aan het werk ben en ik begrijp niet wat ze van me vragen, dan gaat het niet. Ik wil weten wie, wat, waarom, wanneer, hoe. Dan kan je denken dat ik een controlfreak ben, maar dat is het niet. Zijn we op vakantie en is er iets mis met onze reservering, dan neem ik fluitend een ander hotel. Maar heb ik verantwoordelijkheid, dan draag ik die. Misschien wil ik geen fouten maken, wil ik het graag goed doen. Wat je belooft, moet je doen."

 

Wat is je grootste angst?

„Persoonlijk verlies, van de mensen van wie ik hou. En het milieu, de wereld van nu, komt er een oorlog? Al het onbegrip, de polarisatie, het geen respect hebben voor een ander, elkaar willen opleggen wat je wel of niet moet geloven. Ik volg het nieuws, maar pluis de kranten niet uit. Daar word ik te treurig van.”

 

Welke karaktertrek vind je irritant aan jezelf?

„Piekeren. Ik ben altijd wel met iets bezig in mijn hoofd. Eigenlijk zou ik mindfullnes moeten doen, of meer sporten. Dat totaal relaxt zijn en onbezorgd, dat vind ik ingewikkeld. Ik ben een freelancer, en soms heb ik geen werk. Dan krijgen de stemmetjes in mijn hoofd ruzie. De ene zegt: ik heb er helemaal geen zin meer in, de ander: joh, wees blij dat je gezond bent, en de derde: wees blij dat je wel werk hebt, hoeveel hebben er géén werk? Heel vermoeiend.”

 

Welke karaktertrek vind je irritant bij een ander?

„Als mensen alles weglachen. Als het over wezenlijke dingen gaat en mensen eromheen draaien, het conflict uit de weg gaan. Dan heb ik geen contact. Is er iets, heb dan de moed het uit te spreken. Natuurlijk is dat moeilijk, soms komt het er ongenuanceerder uit dan je zou willen, maar dat is niet erg.”

 

Waarvan heb je spijt?

„Zo denk ik niet. Had ik dan een ander leven willen hebben? Ik weet niet hoe ik me dat moet voorstellen. Daar ben ik te nuchter voor. Wat is, dat is, en daar heb je zelf voor gezorgd. Had ik maar zus of zo, het heeft geen zin. Heb ik spijt van mijn scheiding? Nee. Het is niet makkelijk geweest. Maar zo is het gegaan en ik was erbij. Was alles wat ik deed fraai? Nee. Was ik lelijk? Ja, ik was soms heel lelijk. Was ik soms lief? Ja, heel lief. Elke dag is een nieuwe dag, en dat is het.”

 

Welke verleiding kan je niet weerstaan?

„Ik drink bijna elke dag een glas wijn, of twee, of drie. Dat is te veel. Ik kan er niet meer zo goed tegen. We doen nu aan Dry January. De eerste week was superstom. Ik zit in het wereldje van toneel, premières en zo, overal is drank. Nu gaat het beter.”