vrijdag 25 september 2020 / NRC / Rolls Royce Cullinan. Foto Merlijn Doomernik

Fotografie / 50 jaar NRC: Merlijn Doomernik

‘Eerst wat sarcasme, ironie en cynisme uitwisselen en dan aan de slag’

Dat fotograaf Merlijn Doomernik (45) wekelijks de foto maakt bij de autorubriek van Bas van Putten in NRC, is natuurlijk geen toeval. Net als Van Putten is Doomernik groot autoliefhebber. „Ja, van mooie auto’s dan, hè.” Waarmee hij bedoelt: Italiaanse sportauto’s. Specifieker: de Alfa Romeo. Nóg specifieker: de Alfa Romeo GTV 1750 Bertone uit de jaren zestig. „Als student vond ik ’m geweldig maar toen kostte-ie 10.000 gulden. Naarmate ik meer ging verdienen, werd de auto zeldzamer en dus duurder. Zo’n worst die je aan een hengel op je eigen rug voor je hebt hangen: altijd onbereikbaar.”

 

Elke week halen de fotograaf en de autojournalist „dezelfde flauwe grap” uit, zegt Doomernik. „En die noemen we: man met auto. Bas en ik spreken vaak af op treurige plekken. Langs autosnelwegen, op parkeerplaatsen, bij een tankstation, bij de McDrive. De natuurlijke habitat van de auto. Of we rijden naar een nieuwbouwwijk als het gaat om een middenkaderauto voor de man met de middenkaderfunctie. Waarover Bas dan dingen schrijft als ‘een lauwe, pseudosportief gelijnde designdoodskist voor iemand die nergens meer in gelooft’. Wat dat betreft begrijpen we elkaar wel.”

Elke week halen we dezelfde flauwe grap uit. En die noemen we ‘man met auto’

Merlijn Doomernik fotografeert voor zo’n beetje alle grote Nederlandse kranten en bladen als Trouw, NRC en Filosofie Magazine. Daarnaast werkt hij veel voor de VPRO en doet hij de fotografie voor platenhoezen en boeken. Hij won verschillende prijzen met zijn werk. Zijn liefde voor mooie auto’s kreeg hij niet van huis uit mee. „Ik kom uit een PvdA-gezin met zuurdesembrood en zelfgekweekte groenten. We hadden een Lada en een Eend. Een mooie, dure auto was per definitie fout. Pas laat in de adolescentie kwam ik erachter dat ik eigenlijk, ja, het is niet anders, gewoonweg houd van alles wat fraai is vormgegeven. En dus ook van mooie auto’s.”

 

Zijn eerste exemplaren waren een Ford Courier die hij voor een prikje van zijn moeder overnam, daarna een Citroën AX voor 800 gulden. „Ik schaam me er nog voor.”

Maar toen. Zijn eerste Alfa Romeo 33. Rood, „uiteraard”. De bodem viel er binnen een jaar uit. Hij kocht gelijk eenzelfde model, maar nu zonder roest. Na die tijd werden zijn auto’s steeds duurder en „steeds leuker”. Er kwamen cabrio’s, sportmodellen. „Ik wist in het begin nog niet dat alles aan een Alfa eigenlijk fantastisch is, behalve de kwaliteit. Elke week gaat er wel iets stuk. Maar dat hoort erbij. We hebben nu een luxe 156 GTA en een saaie 159 gezinsstation. Nog steeds is ergens dat stemmetje in mijn hoofd dat zegt het eigenlijk niet hoort. Maar Marianne Thieme zei ooit: liever een vegetariër in een Hummer dan een vleeseter in een Prius. Ik eet sinds 2017 geen vlees of vis meer. Dat compenseert mijn gedweep met auto’s - een beetje.”

 

Vaak heeft Bas van Putten, die een auto een aantal dagen onder zijn hoede heeft, al een idee wat hij wil schrijven, en dus een idee wat voor foto daarbij past. „Als we elkaar dan ergens ontmoeten, wisselen we eerst wat sarcasme, ironie en cynisme uit. En dan gaan we aan de slag. Bas is wars van ijdelheid. Hij gaat in de kofferbak liggen, duikt ondersteboven een auto in, huppelt als een stier om de auto heen, trekt een papieren zak over zijn hoofd. We hebben altijd veel lol en werken snel. En we maken het niet mooier dan het is. Het is geen productfotografie waarbij de auto moet shinen. Want laten we wel wezen: hoezeer ik ook van auto’s houd, en hoe duur of protserig of geavanceerd een auto ook is, uiteindelijk heb je toch altijd dat asfalt met die witte strepen voor je. Het is een illusie te denken dat een auto je leven zou verbeteren. Een mooi interieur, een snelle motor – het leidt je hoogstens voor heel even af van de sores in de rest van je leven.”