dinsdag 10 september 2019 / NRC / Robert Frank, Trolley � New Orleans, 1955.

Fotografie / Necrologie Robert Frank

Robert Frank fotografeerde dat ándere Amerika

Het Amerika zoals de Amerikanen dat liever zelf niet zagen. Het was alsof Robert Frank (Zürich, 1924), die maandag in het Canadese Inverness (Nova Scotia) op 94-jarige leeftijd overleed, met zijn foto’s eind jaren vijftig een open zenuw had geraakt. The Americans, dat wordt gezien als een van de meest invloedrijke fotoboeken ooit, verscheen in 1958 eerst in Frankrijk als Les Américains, omdat geen enkele Amerikaanse uitgeverij het zag zitten. Te donker, te rauw, te somber. Toen Grove Press het een jaar later toch aandurfde – met een voorwoord van Jack Kerouac die net On the Road had geschreven – was de ontvangst slecht. Anti-Amerikaans, zo brieste men, en anti-fotografie bovendien. „Nutteloze onscherpte, te korrelig, slordig”, zo oordeelde de criticus van het tijdschrift Practical Photography verbolgen.

 

De in Zwitserland geboren en getogen Frank vertrok in 1947 naar New York en was 31 toen hij met een beurs van de Guggenheim Foundation negen maanden door Amerika trok. Uit de 28.000 zwart-witbeelden die hij schoot, selecteerde hij er uiteindelijk 83 voor zijn boek. Grafkruizen in Nebraska – ‘Remember your loved ones, 69 cents’; een wirwar van mensen die zich met een wezenloze blik op straat voortsnellen; notabelen met hun hoge hoeden en zuinige mondjes. En natuurlijk dat beroemde beeld van zwarte en witte mensen in de bus (Trolley, New Orleans), dat zo pijnlijk de rassenscheiding in de zuidelijke staten liet zien. In een tijd dat het land vooral wilde bouwen aan de Amerikaanse droom was er weinig animo voor die sombere outsider die vooral oog leek te hebben voor dat ándere Amerika; dat van de armoede, de eenzaamheid, het racisme, de keerzijde van het toenemende consumentisme.

 

The Rolling Stones
Ondanks dat het boek zich al snel ontwikkelde van culthit tot breed succes, wendde Frank zich af van de fotografie en werd filmmaker. Pull My Daisy (1959), met Beat Generation-schrijvers Kerouac en Allen Ginsberg, werd slechts binnen een kleine kring een hit. Cocksucker Blues (1972), een fly-on-the wall documentaire over de Amerikaanse tour van The Rolling Stones, werd door de band zelf verboden. Het op deze ongekuiste manier in beeld brengen van hun uitspattingen – seks en drugs – bleek zelfs voor de losgeslagen Stones iets te veel van het goede.


Frank zou in totaal zo’n 25 films maken, voornamelijk kleine, persoonlijke producties. Toen hij de fotografie weer oppakte, experimenteerde hij met bewerkte en bekraste foto’s. Sick of Goodby’s (1978), met vette verfletters op een spiegel geschreven, was een reactie op de dood van zijn twintig-jarige dochter Andrea. Zijn zoon Pablo, die aan schizofrenie leed, pleegde in 1994 zelfmoord.

 

De rauwe, poëtisch stijl van Frank, die bekendstond als een stuurse, getroebleerde kunstenaar, heeft generaties beeldmakers beïnvloed. Nan Goldin, Jim Jarmusch, Lee Friedlander, allemaal vonden ze inspiratie in de ongefilterde manier waarop hij het leven in beeld bracht. In Leaving Home, Coming Home, een documentaire over hem uit 2005, zegt Frank daar zelf over: „Het is geen mooi leven, het is geen zoet leven maar het is het echte leven.”