donderdag 1 april 2021 / NRC /

Achtergrond / Kunstenaar Claudy Jongstra

'Ik heb haast, het is vijf over twaalf'

Wat is je huidige gemoedstoestand?

„Ik heb haast. Ik wil mensen activeren de zorg voor de aarde serieuzer te nemen. Jongens, het is vijf over twaalf. Kijk naar de monocultuur die onze landschappen domineert, het verdwijnen van insecten en plantensoorten. We moeten projecten ontwikkelen om de biodiversiteit weer te activeren, mensen een beeld geven van hoe de maatschappij óók kan zijn: groener, eerlijker, ecologischer. Ik heb een fieldlab in Friesland, met mijn eigen schapen, we verbouwen gewassen, ik maak tentoonstellingen, ik ontwikkel projecten. Het kan me niet snel genoeg gaan.”



Wat zeggen mensen geregeld tegen je?

„Alhoewel ik veel samenwerk ben ik ook een ongeduldige solist die soms vergeet andere mensen mee te nemen in haar verhaal. Dan ben ik al bij stap vijf terwijl anderen nog geen idee hebben waar ik naartoe wil.

 

Welke karaktertrek vind je irritant aan jezelf?

„Mijn gebrek aan empathie. Ik probeer meer te luisteren naar wat een ander zegt, de ander ruimte te geven voor hoe dingen óók kunnen zijn, maar dat vind ik lastig.”

 

Welke karaktertrek vind je irritant aan een ander?

„Als mensen altijd ‘ja maar’ zeggen. Dat remt zo enorm af.”

 

Lijk je op je vader?

„Hij was werktuigbouwkundig ingenieur. Dat mathematische, het strategisch operere, het geordende, dat heb ik van hem. Ook was hij leraar wiskunde. Dat willen overdragen van kennis heb ik ook.”

 

Lijk je op je moeder?

„Ik erfde haar liefde voor koken en eten. In de zomer werd in onze familie veel in de tuin gewerkt: groenten en fruit werden geoogst en ingemaakt. Dat conserveren van voedsel, en dat samen doen, schept veel vreugde. Het leven met de seizoenen geeft houvast: in maart maak ik pesto van daslook, in mei vruchtenjam, in de zomer conserveren we de tomaten en in oktober maken we stroop van appels en peren. Ik ben elke dag wel zo’n twee uur bezig met het bereiden van eten. Die tijd, die proef je. Mijn moeder had ook een goed gevoel voor materialiteit: ze maakte zelf onze kleding, zo verfijnd dat het bijna haute couture was. Ze hield de stoffen tegen het licht, ze rook eraan en liet ze eindeloos door haar handen glijden. Die tactiliteit, dat zintuiglijke is me met de paplepel ingegoten.”

 

Wat is een belangrijke levensles?

„Ongeacht welk werk je doet, het gaat erom dat je het met plezier en trots doet. Rond mijn 35ste kon ik nog niet leven van mijn kunst en maakte ik kantoren schoon in de avonduren. Ik legde er echt eer in te zorgen dat mensen een fijne en schone werkplek zouden aantreffen. Het verzorgen van een plek, zorg dragen, is van groot belang. Of het nu gaat om een kantoor of om de aarde als geheel. Als je je verbonden voelt, ga je je vanzelf verantwoordelijk gedragen.”