donderdag 15 oktober 2020 / NRC /

Fotografie / Alec Soth

‘Een portret vertelt nooit het hele verhaal’

Nabijheid en afstand. Verbondenheid voelen maar toch verwijderd zijn van elkaar. Alec Soth (51), gevierd Magnum-fotograaf en een van de belangrijkste chroniqueurs van het hedendaagse Amerika, worstelt al zijn hele carrière met dat dilemma. Want, zo zeurde dat stemmetje in zijn achterhoofd: wat doe je eigenlijk, als je portretten maakt van andere mensen? Mensen die hij maar heel even ontmoette, tijdens zijn vele roadtrips door het wijdse landschap van Amerika, in de dorpjes, de natuur, de trailerparken. Maak je eigenlijk geen misbruik van iemand? Als fotograaf verbindt je je voor een moment met die persoon en vervolgens schittert zijn of haar afbeelding in een chic fotoboek of aan de witte muur van een museum, in een heel andere context.

In een eerder interview met NRC in 2017 zei Soth daarover: „Een portret vertelt nooit hun hele verhaal. Dat is de essentie van fotografie, ik weet het – een verstild moment in de tijd. Maar ik gebruik deze mensen, voor mijn kunst. […] Hoeveel last ik daarvan heb, wisselt van tijd tot tijd.” En Soth had daar erg veel last van. Zozeer dat hij een jaar stopte met reizen en foto’s maken, niet wetende of hij ooit nog een camera in de hand zou nemen.

Maar gelukkig is er nu I Know How Furiously Your Heart Is Beating, een nieuwe serie foto’s, tot eind december te zien in het Amsterdamse Foam. „Het besluit om een tijdje niet te fotograferen was niet per se een negatief besluit”, zo vertelt Soth in een videogesprek dat werd georganiseerd door Foam. „Ik wilde mijn relatie tot de wereld en mijn werk overdenken.”

 

Nieuwe aanpak
Soth, die zijn lyrische en poëtische blik op de mens en zijn omgeving zo fantastisch weet te combineren met een documentaire benadering, kwam tot een nieuwe aanpak. In plaats van dat hij in zijn auto rondtrok en maar afwachtte wie hij tegenkwam, ging hij op zoek naar meer verbinding. Aan vrienden en bekenden vroeg hij of zij iemand kenden die hij misschien bij hen thuis, in hun eigen omgeving, kon fotograferen.

In Amerika bezocht hij de toen 97-jarige choreograaf Anna Halprin en maakte een prachtig portret vanachter een raam waarin de natuur van buiten organisch overloopt in het groen van de kamerplanten en in het groen van haar lange jurk. Hij bezocht Nick, die hem vanuit zijn bed vanachter spiegelende ramen aankijkt. Hij maakte een intiem portret van Sonya en Dombrovsky in Odessa. Daarnaast zijn er in de tentoonstelling ook stillevens, want, zegt Soth: „Ook dan kan het een portret van iemand zijn.”

Het is niet dat die afstand tussen hem en de geportretteerde er nu niet meer is, zegt Soth, „Maar ik accepteer die nu meer. Kijk naar het portret van Renata, in Boekarest. Wat zie je? Je ziet die kamer vol kleuren, haar tatoeages, de iPhone op de rugleuning. Maar we weten niets van haar. We weten niet waar zij van droomt, wat haar geschiedenis is, wie haar ouders waren. Er is nog steeds die verwijdering tussen ons, maar er is ook een connectie. En soms is dat genoeg. Het kan naast elkaar bestaan. In die dualiteit zit veel schoonheid, zie ik nu.”